Als Hanne op hockey gaat, valt het haar eerst niet mee. Een ander hockey-meisje Katinka voelt zich veel beter en doet niet aardig, maar elitair. Gelukkig geeft Hanne’s nieuwe buurjongen Ron haar goede tips en helpt haar.
Rons tips: ‘zeg altijd dat het goed gaat’, trek je niks aan van het geklets’ en ‘heel goed oefenen‘. Als Hanne weer flauwe opmerkingen van Katinka hoort en bijna wil stoppen denkt ze aan de tips van Ron. Zo moet Hanne heel wat leren, want het is een hard egoïstisch wereldje. Hanne begrijpt dat er veel wordt ‘gedist’, een ander woord voor ‘pesten’, maar ze zet door. Gelukkig is zijn er ook meisjes als Maud bij, die het voor Hanne opnemen.
Gelukkig ontdekt Katinka dat Hanna best goed is, en de stemming slaat om. Hanne hoort erbij ‘Ze voelt zich helemaal te gek. Ze gaat nooit meer van hockey af. Hockey is echt te leuk’.
Tja, wat sportief is…? Hopelijk is dit geen realistisch verhaal, want als dit ‘normaal’ is bij hockey, of bij teamsporten in het algemeen, is dat geen ‘aardige’, maar harde ik-gerichte, ‘kijk mij eens geweldig’-zijn wereld’. Gelukkig laat Hanne in dit verhaal zien dat ze door kan zetten, en dat is heel goed van haar. Blijkbaar is dat de manier om ‘ooit’ bij een team te horen.
Over sporten, een team zijn, doorzetten, gepest worden, er wel en niet bij horen. Vooral een meisjesboek, voor meisjes vanaf 8/9 jaar, groep 6.
AP
Koop dit boek bij de plaatselijke boekhandel