Stijn is bij boer Bas. Daar redt hij een gans in nood! Het dier denkt dat Stijn zijn mam is. Hij noemt de gans Goos. Maar op een dag is Goos weg.
Stijn zoekt Goos op. Kijk uit, Stijn! Daar gaat niet goed!
Stijn mag bij boer Bas op de boerderij kijken. Het schaap heeft een lammetje gekregen en Stijn mag het een naam geven. Dan ziet hij een klein beestje. Een gans. Maar de gans is zijn moeder kwijt. Stijn geeft de gans ook een naam. Goos, Goos de gans.
Goos denkt dat Stijn zijn moeder is.
De volgende dag gaat Stijn weer naar boer Bas toe om te helpen en om bij Goos te kijken. Maar Goos wil alleen maar bij Stijn blijven. Dat kan natuurlijk niet want Stijn moet naar school en dan kan Goos niet mee.
Elke dag komt Stijn bij Goos kijken en spelen ze samen. Stijn geeft hem ook te eten.
Maar als Stijn naar hem toe gaat om hem eten te geven, gaat er iets mis.
Het verhaal heeft korte zinnnen en geen overbodige leestekens. De hoofdstukken zijn kort en boven elk hoofdstuk staat een titel. Het lettertype is groot en duidelijk. Het verhaal is overzichtelijk en daarom prettig om te lezen.
De vriendelijke illustraties zijn van Daan van Oostenbrugge. Het boek ziet er aantrekkelijk uit. Er gebeurt veel op de omslag en dat maakt je nieuwsgierig.
Onderaan de bladzijde staat in dikgedrukte woorden een klein verhaaltje over het dier dat in het boek de hoofdrol speelt. Dat heeft de auteur goed bedacht.
Voor de eerste lezers een leuk, spannend en grappig boek om te lezen.
Wat zou Stijn in het volgende deel beleven?
EB