Palko, de hoofdpersoon van het boek, is een jongen van een jaar of tien die bij een man woont die hij zijn grootvader noemt. Ze wonen in de bergen. Wie zijn echte ouders zijn, weten ze niet. Palko is op een dag ‘gevonden’ in de bergen, hij was daar helemaal alleen en het was niet duidelijk waar hij vandaan komt. Sindsdien woont hij bij zijn ‘grootvader’ en Palko helpt hem dagelijks met allerlei klusjes, zoals hout verzamelen en paddenstoelen plukken. Als Palko op een dag in de bergen op pad is, ontdekt hij een bijzondere grot. Hij ziet daar een boek liggen en begint erin te lezen. Hij snapt niet goed wat hij leest, maar al snel krijgt hij hulp in zijn zoektocht naar het ‘Land van de Zon’. En ook komt hij uiteindelijk te weten waar hij zelf vandaan komt. Dat zorgt voor een bijzondere afloop.

Vormgeving en illustraties
Op de voorzijde van het boek staat in een soort grot een kind die naar een grote zon kijkt. In het boek staan vrij ouderwetse zwart-wit tekeningen. Alle illustraties passen goed bij het verhaal.

Taalgebruik
Het boek is begrijpelijk voor kinderen vanaf 10 jaar die al enige Bijbelkennis hebben. Soms staan er moeilijke woorden in, maar die zijn in de context van het verhaal wel te begrijpen.

Christelijke karakter
Het is een christelijk boek want de hoofdpersoon bestudeert dagelijks de Bijbel en vertelt daarover of gaat daarover in gesprek met de mensen om zich heen.

Doelgroep
Het boek is geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar.

Leesbeleving en leesplezier
Dit verhaal zal sommige kinderen aanspreken die zich in Palko kunnen herkennen en net als hij ook nieuwsgierig zijn om meer te weten over de Bijbel.

 LT