Naar het noorden

Het is de hongerwinter 1944/1945. Voor Jaap, Nel en Kleine Kees is er nog nauwelijks eten en daarom gaan ze mee op een kindertransport naar het platteland. Ze komen terecht in Friesland, een totaal andere wereld waar geen oorlog lijkt te zijn, voldoende te eten is, en iedereen anders praat. Jaap uit het verhaal ‘Geen oorlog is al vrede genoeg’. Koos Meinderts won met dit boek de Gouden Griffel 2017.

Dit is een bijzonder en erg mooi boek, bepaald niet doorsnee. Wat mij vooral opvalt is, dat de auteur geen waardeoordeel uitspreekt en ‘het verhaal laat zien zoals het is’.  Meinderts heeft zich uitgebreid gedocumenteerd op het gegeven van de kinderuitzendingen tijdens de hongerwinter, waarbij naar schatting 40.000-50.000 kinderen uit het westen ondergebracht zijn bij gezinnen in Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. Gezinnen waar veel kinderen het naar hun zin hebben gehad, maar dit ook wel eens anders was.

Het verhaal begint met de geboorte van het zogeheten ‘tweeminutenzusje’ die hoofdpersoon Jaap zelf stiekem Wiesje noemt, omdat die naam hem doet denken aan een zuchtje wind, nauwelijks merkbaar. Het zusje dat er maar eventjes was. Mijn vader droeg de schoenendoos zoals je een baby draagt, op zijn arm. Hij keek op naar ons, haalde machteloos zijn schouders op en liep de poort uit. Dag Wiesje’.

Omdat kinderen meer medelijden opwekken, worden Nel, Jaap en Kleine Kees met z’n drieën op etensjacht gestuurd. Ze doen direct mensenkennis op door de reactie van een boer die wèl belangstelling heeft voor Nel, maar niet voor hun goede spullen.

Niet veel later gaan ze op transport. Op weg naar het noorden. In het gedrang krijgt Nel een pakketje in haar handen gedrukt… Het is een baby en ze heet Hanneke. ‘Alsjeblieft, zorg goed voor mijn meisje’. De reis duurt dagen, Nel zorgt zo goed ze kan voor het baby’tje. Iedereen aan boord wordt ziek, ook ‘Wiesje’. Iedereen zit onder de luizen en vlooien. Wiesje overleeft het niet. Het was allemaal de schuld van die stinkoorlog. Als die er niet was geweest, hadden we geen honger gehad, en niet hier op dit stinkschip gezeten met een dode baby, dan hadden we thuis in ons bed gelegen, dan stonden er ijsbloemen op de ramen….(…)

Natuurlijk wilde ik niet dood …(…) We waren gestuurd om te blijven leven.

Keesje en Nel worden elk bij een ander adres ondergebracht en Jaap komt bij een kinderloos echtpaar, de Friessprekende familie Schut. Het zijn lieve mensen  die goed voor Jaap zorgen. Maar alles is anders. Tjeerd blijkt geen vriend te zijn. Jaap krijgt een stille oorlog met Tjeerd, tot …het ook hem teveel wordt en het uit de hand loopt.

Een prachtig geschreven, sober, veelzeggend verhaal, eenvoudig, zonder omhaal van woorden geschreven, met mooie zinnen om over door te denken. Zoals de prachtige zin van Jaap ‘Geen oorlog is al vrede genoeg’.

Voor kinderen zal het ook een heftig verhaal zijn. Een boek met veel levenservaring, waarin je ziet hoe de kinderen -dan wel zonder honger – maar in de totaal andere omgeving zich maar moeten zien te redden. Tegen wil en dank. En hoe ze ook maar weer moeten zien hoe ze thuis moeten komen.

En dan – eenmaal thuisgekomen – weer moeten wennen aan hun ouders. Kleine Kees bleef maar bozig en chagrijnig en wilde niet geknuffeld worden. (…) En als oma hem aanhaalde (…) zei hij in het fries ‘Bliuw fan my ôf, beppe’.  Dan werd oma kwaad en zei ze ‘Praat je moers taal’.

Ook Nel is veranderd. En nu komt de stille, gevoelige Jaap voor zijn zus op. De kinderen moeten ook weer wennen aan ‘de vrede’. Ik wil dat alles weer gewoon is, dat er geen oorlog en naar het noorden was geweest, dat ik ….’

Een aanwinst voor de vele boeken die over de Tweede Wereldoorlog en de tijd erna zijn verschenen. Een gevoelig, echt & eerlijk boek. Niet geschikt voor de snellezers en lettervreters, maar voor de echte liefhebbers, die een boek proeven, lezen, herlezen en nog eens over nadenken. In de laatste hoofdstukken heeft het verhaal raakvlakken met Winterijs van Peter van Gestel dat ook de verwarrende periode van vlak na de oorlog laat zien.

Ook de uitvoering is erg mooi en verzorgd. Kleurgebruik in zwart en blauw lettertype. Boven elk hoofdstuk een vogel, naar de vogels die Jaap natekent in zijn tekenschrift bij de familie Schut. Waar de meester hem Rembrandt noemt. En waar meneer Schut voor Jaap ‘Zelfs vindt de mus een huis, o Heer’ op het harmonium speelt, bij het zien van de tekeningen. Het boek heeft vier delen: Honger / Op weg / Het Noorden / Weer thuis.

Achterin het boek is een verantwoording opgenomen en een woordenlijst met vertaling van de Friese tekst. Misschien is dit het enige lastige voor kinderen om telkens naar de laatste bladzijden door te bladeren voor de vertaling van de Friese tekst…

Een aanwinst. Voor 11-12+

En tenslotte, dit boek had niet misstaan in het fonds van christelijke uitgeverijen als bijvoorbeeld KokBoekencentrum of Columbus.

AP

Gideon (14 jr.): Een mooi boek, ik kon heel goed meeleven met de personages.

 

Koop dit boek bij de plaatselijke boekhandel of bestel online

 

 

 

Boekgegevens

Titel:

Naar het noorden

Jaar van uitgave:

2016
2016

Aantal pagina’s:

198
198

Uitgeverij:

Hoogland & Van Klaveren
Hoogland & Van Klaveren

Prijs:

14.95
14.95

Deel deze recensie

Follow Me On Instagram

Het Platform Christelijke Kinderboeken promoot het christelijke kinder- en jeugdboek en reikt ieder jaar de EigenWijsPrijs, Het Hoogste Woord en de #YAP uit.

Zoeken

Iets kwijt? Vind het hier ...

© 2023, Alle rechten voorbehouden.