Noor zit in groep 7 van de basisschool. Als ze thuiskomt uit school, hoort ze van haar moeder dat ze gaan verhuizen. Noor wordt boos en verdrietig want dan kan ze niet meer spelen en omgaan met haar schoolvriendin Tanja. Maar als ze hoort dat ze in haar nieuwe huis een puppy krijgt, verandert haar stemming opeens. Op de nieuwe school wordt ze vriendin met Anne en in de herfstvakantie mag ze daar logeren. Als Anne en Noor een dagje gaan winkelen in Woerden vergeet Anne haar tas en komen ze per ongeluk in Amsterdam terecht, waar ze ook nog eens verdwalen. Hoe komen ze nu weer thuis?

Vormgeving en illustraties
De hardcover uitgave is voorzien van een uitnodigende,  kleurrijke collageachtige omslag met centraal daarin twee lachende meisjesgezichten. In de tekst zijn geen illustraties opgenomen. Vrij kleine letter en volle bladspiegel.

Taalgebruik
Het verhaal is geschreven in de ik-vorm vanuit de hoofdpersoon Noor, in een eenvoudige, maar toegankelijke stijl zonder moeilijke woorden.

Christelijke karakter
Het verhaal speelt zich af in een christelijke omgeving, zowel wat betreft het gezin als de school. Er wordt gebeden bij de maaltijd en Anne en Noor bidden als ze in Amsterdam in de problemen zijn of de Heere God hen veilig thuis wil brengen.

Doelgroep
De uitgave is vooral gericht op meisjes, vanaf ca. 10 jaar.

Leesbeleving en leesplezier
Een echt meidenverhaal!

EvdG