Jobje wordt te vondeling gelegd. Bij zijn pleegmoeder heeft hij het erg goed. Jobje kent veel smart in zijn jonge leven, maar mag ook weten een kind van God te zijn. Hij wordt goed verzorgd, totdat zijn pleegmoeder sterft. Zijn pleegvader blijkt een harde man, die niets ontziet om hem te laten gehoorzamen. Als Jobje wegloopt en opgenomen wordt in een boswachtersgezin, wordt hij behandeld als een eigen zoon. Zij hebben een grote verrassing voor Jobje, maar kan hij daarvan nog genieten?

Vormgeving en illustraties
Het boek kenmerkt zich door prachtige, sfeervolle potloodtekeningen. Zowel op het omslag als in het binnenwerk zijn deze prenten te vinden. Ze verbeelden de tekst en geven de inhoud net even wat extra’s.

Taalgebruik
Het boek is geschreven met behulp van de tekst van Arie Tuinman. Dit boek en zijn boek bevatten zeer veel overeenkomsten qua zinsopbouw en woordgebruik. Vaak is de tekst letterlijk overgenomen. Tijdens het lezen merk je dat het een verhaal is van overlevering van geslacht op geslacht. (zie voorwoord in het boek van Arie Tuinman). Het is geschreven in een vertellende stijl en sommige zinnen komen wat ouderwets over. Waarschijnlijk is het verhaal vroeger zo aan elkaar verteld.

Christelijke karakter
Dit boek heeft een duidelijk christelijk element: Jobje is een kind van God en probeert naar Zijn wil te leven. Dat blijkt uit elke pagina. Er worden Bijbelteksten aangehaald en er wordt veel gebeden.

Doelgroep
Het verhaal is eenvoudig verteld. Toch kan dit boek ook nog goed door volwassenen gelezen worden. Het in afhankelijkheid leven van God staat in dit boek centraal.

Leesbeleving en leesplezier
Een ontroerend en leerzaam verhaal over het belangrijkste in het leven: leven tot eer van je Schepper.

RvL