Het is bijna dierendag. De hele klas heeft er zin in, behalve Jens en Jolien. Zij hebben geen huisdier om mee te nemen naar school. Dus gaan ze op zoek!
Als het stil is in de buurt van Jens & Jolien moet je oppassen. Dan worden er ‘plannetjes’ bedacht. De meester van Jens & Jolien weet er alles van.
De tweeling heeft het maar druk, want er is een probleem. Geen huisdier. ‘Zeg maar, ‘doei dierendag!’ Mama is allergisch, dus er komt geen huisdier. Maar Jens & Jolien willen niet als enige van de klas geen dier bij zich hebben op dierendag. Ze proberen in hun eigen Tjalkstraat of ze een dier kunnen lenen.
Jens bedenkt zelf een plan, en zelfs zijn tweelingzus mag er niks van weten. ‘Ik vind het raar. Dat je niet eens zegt wat je gedaan hebt. (…) Wij zijn toch een tweeling? Een tweeling weet altijd alles van elkaar. Zo is dat’. Maar wie komt er met de ‘echte oplossing’?
Janny den Besten combineert ook in deze derde ‘Jens & Jolien’ op een luchtige manier een grappig en laagdrempelig verhaal over de tweeling, met informatie over dierendag. Eigenlijk is die informatie het opstel van Jolien. Zo hoor je bijvoorbeeld over Fransiscus die met een wolf ging praten, omdat deze steeds mensen aanviel. ‘De wolf knikte en stak zijn poot uit om het te beloven. Voortaan viel hij niemand meer aan. In ruil daarvoor gaven de mensen van Gubbio elke dag eten aan de wolf’.
Leuk is ook dat er geen speciale locaties in het verhaal neergezet worden, maar gewoon de eigen Tjalkstraat van de tweeling.
Een vriendelijk leesboek voor kinderen uit groep 5/6, AVI E5, met ‘gezellige’ illustraties van Marijke Duffhauss.
AP
Koop dit boek bij de plaatselijke boekhandel