Enid is haar opa verloren en draagt daarom een zware rugzak met zich mee. Het zit vol met emoties en met spullen die aan hem herinneren. Enid gaat onderweg met de zware rugzak en ontmoet mensen die haar helpen de rugzak lichter te maken.

Vormgeving en illustraties
Op elke pagina is een kleurrijke tekening te zien. Deze tekeningen hebben een kinderlijke stijl. Kenmerkend is de grote, zware rugzak die steeds te zien is. Op de rechterpagina is tekst te lezen, waardoor het oogt als een prentenboek. Het boekje is dun en heeft een slappe omslag.

Taalgebruik
De woorden en zinnen zijn mooi gekozen. Bijvoorbeeld: ‘Enid voelde haar wangen branden. Ze voelden zo heet als de marshmallows die zij en opa vroeger roosterden boven het kampvuur.’

Christelijke karakter
Nergens in het boekje blijkt een christelijk element.

Doelgroep
Deze uitgave is geschikt voor kinderen van zes tot tien jaar die te maken hebben met rouw. Wel vraagt het begeleiding van een volwassene. Het boekje zou de vijf fases van rouw bevatten, maar die fases liggen er niet duimendik bovenop. Als een kind dit boekje samen met een ouder leest en het hierna in gesprek gaat over rouw en verlies, kan het een mooi hulpmiddel zijn om verdriet een plekje te geven. De ouder moet dan wel zelf vragen bij het verhaal stellen, zoals: Heb jij ook spullen die je herinneren aan de overledene? Welke emoties voel jij?

Leesbeleving en leesplezier
Een mooi en herkenbaar verhaal vanwege het onderwerp, de rijke taal en taalkunst. Het vraagt begeleiding van een volwassene om de boodschap bij het kind over te brengen. Het boekje was waardevoller geweest als er gespreksvragen bijgeschreven waren en als de vijf fases van rouw duidelijker aangegeven waren.

 MvG