Charlie en ik

Martin heeft een broertje, Charlie. Hij is veel te vroeg geboren, maar overleefde tegen alle verwachtingen in. Martin moest altijd op hem letten. ‘Charlie is er eentje uit duizenden, zo niet miljoenen. Sterker nog, hij is er een uit een charliejoen. Een charliejoen is overigens een getal dat hij zelf heeft bedacht, met een waarde van oneindig plus één. Ik heb hem geprobeerd uit te leggen dat dat niet mogelijk is, eentje meer dan oneindig. Oneindig betekent al dat het eindeloos is. Maar toen noemde Charlie me een bananenkop. Als hij wil, kan hij echt heel kinderachtig zijn’.

Op een morgen, als hun ouders nog slapen, neemt Martin zijn broertje mee op reis. Hij wil met hem naar St. Bernards, de plaats waar ze 14 maanden geleden op vakantie zijn geweest en waar ze elke dag bij vloed een dolfijn zagen. Ze moeten ‘vloed’ halen om de dolfijn opnieuw te zien.

Het is niet makkelijk om met Charlie te reizen. Martin noemt hem ‘prettig gestoord’. Het is een lange reis, wel 596 km ver. Wat volgt is een ongelooflijke reis. Martin heeft zijn lijstje met treinen, tijden en overstapmomenten thuis laten liggen. En hij bewaakt zijn rugtas als zijn leven. Natuurlijk gaat de politie naar hen op zoek. Als hij Charlie kwijt is en huilend in een steegje verstopt zit, ontmoet hij Hen, die zich over hem ontfermt en hem helpt bij zijn reis. Zij ontdekt de hartverscheurende reden Martins reis. Dit is het meest ontroerende, droevige moment in dit prachtige geschreven, ook humoristische verhaal.

De gedichten die Martin tijdens de reis schrijft om zijn gevoelens te beschrijven zijn een perfecte aanvulling op dit bijzondere verhaal dat een gevoelige snaar bij je raakt. Een verhaal dat bij iedereen die met een ingrijpend verlies te maken heeft gehad, heftig zal binnenkomen. Over rouw, verdriet, loslaten.

Creatief gevonden zijn de hoofdstuktitels die de reis van Martin en Charlie weergeven, als ‘Deel 4c – van het steegje naast een goedkoop hotel in Exeter tot de vreselijkste rammelbak ter wereld. 8 meter. Lopend’.

Hier een gedicht van Martin over zijn broertje Charlie: ‘Mijn broertje Charlie’ – een kenschets: Kleine strijder, Schetenbevrijder, Reiswiegontsnapper, Astmatisch-naar-luchthapper, Walruswiebelaar, Duinklauteraar, Slechte slaper, Koektrommelkaper, Wenkbrauwenscheerder, Chalet-opwaardeerder, Lui-oog-afplakker, Beste makker, Broodbelegdichter, Dolfijnopzichter, Herbergier, Blijf hier! / door Martin Tompkins, 13 jaar.

Compliment ook voor de vertaler van dit verhaal en gedichten. Dit boek won een Vlag en Wimpel-vermelding 2019.

AP

 

 

Boekgegevens

Titel:

Charlie en ik

Jaar van uitgave:

2018
2018

Aantal pagina’s:

223
223

Uitgeverij:

Van Goor
Van Goor

Prijs:

15.99
15.99

Deel deze recensie