‘Jezus vertelde ook verhalen’. Zo begint de inleiding van de Vertelbijbel, waarin 27 gelijkenissen van Jezus staan. De auteur heeft de gelijkenissen speciaal voor kinderen herschreven, in de hoop ‘dat de kinderen aan wie ze voorgelezen worden er echt van zullen genieten’.
Om uit te leggen wat Jezus met zijn gelijkenissen bedoelde, zegt Bob Hartman er telkens bij: ‘Jezus wilde graag…’ Elke gelijkenis begint met een korte uitleg over de aanleiding van het vertellen van juist deze gelijkenis: ‘Jezus kwam een aantal mensen tegen die dachten dat zij het veel beter deden dan de rest. Dus vertelde hij hun een gelijkenis en die ging ongeveer zo’, is bijvoorbeeld de inleiding van de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar. Leuk is dat er naast bekende ook minder bekende gelijkenissen vertelt worden, zoals ‘de man die veel van zijn geld hield’ en ‘de slechte dienaar’.
De gelijkenissen worden op een eigentijdse manier vertelt, hieronder een stukje uit ‘de slechte dienaar: ‘De meester vertrok en hij bleef een hele tijd weg. De dienaar die de leiding had gekregen zei tegen zichzelf: ‘het kan nog wel even duren voordat de meester terugkomt. Ik doe lekker waar ik zin in heb!’ Dus at hij met zijn vrienden tot zijn buik vol was. ‘Hij heeft heel veel eten van de meester naar binnen gewerkt!’ zeiden de dienaren. En hij dronk totdat hij dronken was. ‘Hij heeft heel veel wijn van de meester achterovergeslagen!’ zeiden de dienaren. Toen sloeg hij de dienaren voor wie hij moest zorgen. ‘Nu hebben we heel veel bulten op ons hoofd!’ zeiden de dienaren’.
Ook meer moeilijke stukjes worden niet geschuwd, zoals over de rijke man, die naar ‘het rijk van de doden werd gestuurd, waar hij verschrikkelijk leed’, inclusief (kleine) illustratie van deze rijke man in het vuur, vergezeld van Jeroen Bosch-achtige wezens. Of de bokken aan Jezus’ linkerhand, die ‘naar het vuur gaan dat voor altijd brandt, het vuur dat bestemd is voor de duivel en al zijn boodschappers’. Hoewel ook deze passages bij de gelijkenissen horen zijn ze wellicht niet voor alle kinderen geschikt om op deze manier aan voor te lezen.
De tekstverwijzingen naar de gelijkenissen in de Bijbel staan voorin bij de inhoud. Handig om ook de originele tekst er bij op te kunnen slaan.
Achterin het boek staan per verhaal een aantal verteltips om van het vertellen van het verhaal ‘een dialoog te maken die zich afspeelt tussen de verteller en de luisteraars’. en zo kinderen bij het verhaal te betrekken. Een leuke aanvulling die vooral in klassikaal- of zondagschoolverband goed gebruikt kan worden.
Elke gelijkenis beslaat twee tot vier bladzijden en zijn verrijkt met kleurige illustraties die vooral jongere kinderen aan zullen spreken. De gelijkenissen zelf zijn over het algemeen prima te vertellen aan kinderen tussen de vier en tien jaar. Mooie aanvulling op de kinderbijbels, ook goed thuis aan tafel te gebruiken, of bijvoorbeeld na het lunchen in de klas.
De auteur sluit zijn voorwoord af met de wens dat de luisteraars ‘de verhalen met jouw hulp en Gods hulp niet alleen horen, maar ook echt zullen begrijpen’. Dat zou prachtig zijn!
Voor kinderen van 4-10 jaar.
GO
Koop dit boek bij je plaatselijke (christelijke) boekhandel
of