Tijn mag in de meivakantie met zijn neefje Mees mee kamperen op een boerencamping. Ze slapen samen in een klein tentje. Op de boerderij van boer Ab en boerin Anja beleven de jongens leuke en spannende avonturen. Ze genieten ervan om te helpen op de boerderij en hebben een groot hart voor de dieren. Dit blijkt vooral wanneer ze denken dat de dieren in gevaar zijn. Het wordt een spannend avontuur waarin ze laten zien dat ze heel moedig zijn.  

Vormgeving en illustraties
De omslag is mooi kleurrijk met illustraties die bij het verhaal passen. Je ziet de twee jongens ’s nachts in de weer met de dieren. De afbeelding sluit heel goed aan bij het verhaal. Binnenin staan paginagrote illustraties in zwart-wit, die de nieuwsgierigheid van de kinderen opwekken.

Taalgebruik
Het taalgebruik past bij de doelgroep, het is niet moeilijk geschreven. De hoofdstukken zijn mooi qua lengte en de tekst bevat veel dialogen en het is daardoor fijn om te lezen. Leesniveau is AVI E4-M5.

Christelijke karakter
Uit de tekst blijkt niet dat dit een christelijk boek is.

Doelgroep
Het boek is leuk om te lezen voor jongens en meisjes vanaf 7 tot 10 jaar die wel van een beetje spanning houden. Vanaf midden groep 4 is het door kinderen zelf goed te lezen en anders kan het voorgelezen worden.

Leesbeleving en leesplezier
Eenmaal begonnen in het boek, word je snel meegenomen in het verhaal. Je wilt weten hoe het afloopt, de spanning wordt opgebouwd en door de vele dialogen is het prettig om te lezen. Het past goed bij de belevingswereld van kinderen van 7 tot 10 jaar.

Bijzonderheden
Tiende deel in de serie over Mees en Tijn.

LT