Als Bram op een dag wakker wordt, zegt tante Miep dat de oorlog voorbij is. Zou het echt waar zijn? En wat verandert er dan allemaal? Brams haar wordt in plaats van blond weer zwart. Van school gaan er kinderen weg en sommige klasgenootjes blijken eigenlijk een andere naam te hebben. Hoe kan dat? En wie is die vreemde vrouw die ineens voor de deur staat?
Vormgeving en illustraties
Het hardcover boek heeft illustraties met heldere kleuren. In het boek zijn eenzelfde soort illustraties te vinden, maar dan in zwart-wit. De illustraties lijken op schetsen en hadden beter uitgewerkt kunnen worden en gedetailleerder mogen zijn. Ze komen nu wat eenvoudig en kinderlijk over. Tekst en illustraties stemmen niet altijd overeen. Zo wordt vermeld dat mama wel zes nummers op haar arm heeft (p. 69), terwijl er op de illustratie slechts vijf nummers staan.
Taalgebruik
De taal in het boek is eenvoudig en weergegeven in overzichtelijke alinea’s. Moeilijke woorden die gebruikt zijn, worden uitgelegd in een voetnoot.
Christelijke karakter
De personages in het boek zijn christelijk. Bram zelf is Joods opgevoed. Dit komt in het boek ook naar voren door een Joods gebed en wat Joodse gewoonten die genoemd worden. Het christelijke geloof heeft de overhand.
Doelgroep
Op de achterflap staat dat dit boek is geschreven voor meiden en jongens vanaf 7 jaar. De thematiek is erg zwaar voor deze leeftijd. Een overlevende uit een concentratiekamp en drie gezinsleden die in een kamp vermoord zijn, zijn heftige onderwerpen voor 7-jarigen. Al worden dingen vanuit de jonge Bram geschreven, toch blijft de inhoud pittig. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de nummers op mama’s arm die er niet meer vanaf kunnen. Het boek is wellicht voor oudere kinderen geschikter, maar had dan qua inhoud ook weer anders moeten zijn, zodat de vormgeving daar beter bij aansluit.
Leesbeleving en leesplezier
Voor oudere kinderen (vanaf een jaar of 10) kan dit boek mooi zijn om te lezen. Het leert de lezer stil te staan bij rijkdommen (het hebben van familie, leven in vrede) die niet vanzelfsprekend zijn.
RvL