De hoofdpersoon uit het boek zou een broertje krijgen. Hij groeide in de buik van mama, maar overleed. Toch bleef hij ook bestaan.
Vormgeving en illustraties
Dit vierkante hardcoverboekje heeft een kleurrijke voorkant waarop een jongen is te zien die speelt met een bal. Op de achtergrond schittert een regenboog. De tekeningen in het boek zijn ook kleurrijk en passen goed bij de tekst.
Taalgebruik
Op elke dubbele pagina staat een klein gedichtje. Al deze gedichtjes vormen samen het verhaal. Elke tweede en vierde regel rijmen op elkaar. Door de dichtvorm is het verhaal vlot te lezen, ondanks de heftige thematiek. Je leest het verhaal vanuit het perspectief van een kind dat een broertje verliest.
Christelijke karakter
In alles klinkt een groter perspectief door: het broertje is -met de woorden van het boek- wel dood, maar blijft toch bestaan. Hij is nu in de hemel bij de Heer. De hoofdpersoon weet dat hij daar later ook zal zijn.
Doelgroep
Dit boek is geschikt voor jonge kinderen van twee tot zes jaar die zelf ook te maken hebben met rouw. Het is mooi om dit boek voor te lezen en daarna door te praten over dit onderwerp.
Daar worden ook suggesties voor gegeven.
Bijzonderheden
Dit boek maakt deel uit van de Regenboogreeks, verhalen over verdriet en Gods troost voor de allerkleinsten. Op de website staan werkbladen die bij dit boekje gebruikt kunnen worden. Op de laatste pagina staan tips voor ouders om te rouwen met jonge kinderen.
Leesbeleving en leesplezier
De verdrietige thematiek wordt dichtbij het jonge kind gebracht. De combinatie van de werkbladen en het boekje zorgen voor mooi materiaal om met jonge kinderen te rouwen.
MvG