Wat als een stem in je hoofd je dwingt om te stelen.

Fieke, 15 jaar, zit in de derde klas van de HAVO en heeft leuke vrienden en zit op hockey. Daar ontmoet ze Bernard. Hij vindt haar leuk, maar Fieke is niet op zoek naar een vriend.  Ze vindt een baantje bij een hotel en heeft het daar naar haar zin met collega’s. Ze ontdekt dat het gemakkelijk is om iets te stelen en krijgt er een kick van. Maar ze wordt er ook heel onrustig van en moet vaak smoesjes verzinnen. Tot het steeds ongemakkelijker wordt en ze door de mand valt. Hoe moet ze haar vrienden ooit weer onder ogen komen?

Vormgeving en illustraties
Op de voorkant van de hardcover een afbeelding van een meisje. De gele letters van de titel en ondertitel zijn opvallend en steken mooi af bij de donkere tekening. Binnen in het boek staan geen illustraties. Het boek heeft een rustige, prettige layout.

Taalgebruik
Het boek is geschreven in eigentijdse taal en makkelijk te lezen door de vele dialogen. Het valt op dat de tekst in een vrij grote letter is afgedrukt, wat eigenlijk niet nodig is voor een boek voor de doelgroep.

Christelijke karakter
Fieke is onderdeel van een hecht gezin, waarbij aan tafel uit de Bijbel wordt gelezen en gedankt. Daarnaast herinnert haar vader haar eraan dat stelen ingaat tegen een van de geboden van God, waarop Fieke zich realiseert dat dit gebod telkens in haar gedachten kwam als het weer fout ging.

Doelgroep
Het boek is geschikt voor tieners vanaf 13/14 jaar. Hans Mijnders schrijft regelmatig boeken voor deze leeftijdsgroep over onderwerpen waarmee je met tieners in gesprek kunt gaan, zoals in dit boek ‘kleptomanie’, en een baantje buitenshuis.

Leesbeleving en leesplezier
Omdat dit een eigentijds en vlot geschreven boek is wat makkelijk leest, zullen tieners in de onderbouw VO dit boek makkelijk en graag willen lezen.

AP