Het is het jaar 1456. Dirck komt met zijn ouders en de vreemde Roetart in Utrecht aan. Daar proberen Dircks ouders zich van Roetart los te maken, maar dat blijkt nog lastig te zijn. Voor Dirck wordt het helemaal naar als zijn vader wordt beschuldigd van diefstal en weg moet omdat hij een vreemde ziekte heeft. Zouden ze ondanks deze tegenslagen toch nog een goed bestaan op kunnen bouwen?
Vormgeving en illustraties
Daan van Oostenbrugge heeft de omslag van het boek kleurrijk geïllustreerd met cartooneske tekeningen. Ze geven de omslag een wat luchtige sfeer, terwijl tegelijkertijd de gezichtsuitdrukkingen laten zien dat er zeker wel iets gebeurt in het verhaal. In het boek zijn geen illustraties opgenomen.
Taalgebruik
Het boek heeft eigentijds taalgebruik, al zijn sommige begrippen wel uit de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Toch leest het geheel wel fijn en begrijp je uit de context wat er met bepaalde woorden wordt bedoeld. Sommige elementen komen wat ongeloofwaardig over, zoals passages waarin Dirck vrij volwassen besluiten neemt of dingen doet. Mogelijk was de tijdgeest toen anders en werden mensen al jonger volwassen.
Christelijke karakter
In het verhaal zitten christelijke elementen verweven. De belangrijkste rol speelt de kerk van toen: ‘Leert de kerk ons niet de werken der barmhartigheid?’.
Doelgroep
De inhoud sluit aan bij de midden- en bovenbouw van de basisschool. Voor deze leeftijdscategorie is het boek erg leerzaam.
Leesbeleving en leesplezier
Het boek leest fijn en leert je veel. Het is een interessant verhaal vanuit een vrij origineel perspectief.
RvL