De bende van de Zwarte Kaproenen
Het jaar 1281: In een ijskoude winter heeft Bernt (13 jr) met twee vrienden een iglo gebouwd. Op een ochtend vinden ze daar een dode man met een zwarte muts, een kaproen, het symbool van een beruchte roversbende. Ook vindt Bernt een stukje perkament en een zegel die afkomstig lijken van de heer van Gelre. Hij gaat de vondst melden bij heer Sweder, een ridder die de baas is over hun woongebied, het domein Woudena, en die er ook de oorzaak van was dat Bernts broer Ruurdo jaren geleden is gevlucht. Sweder verdenkt de familie van Bernt dat zij samenwerken met de roversbende. Bernt bedenkt een plan om perkament en zegel aan de graaf van Gelre te laten zien. Met hulp van Fedder, een kluizenaar uit hun dorp, slaagt hij erin om een valk te trainen en als valkenier trekt hij naar Zutphen. De graaf is er echter niet. Wel doet hij een bijzondere ontdekking waardoor zijn argwaan tegen heer Sweder groeit. Spannende avonturen volgen waaruit moet blijken of de ridder wel degene is die hij zegt te zijn. lees meer