Janneke Wiegers vertelt in dit waargebeurde verhaal de belevenissen van een Friese jongen die door zijn baas in het verzet belandde. Zijn zwakte werd zijn kracht. Hij oogde iel en mager en werd daarom door anderen niet voor vol aangezien en jonger beoordeeld. Door dit vooroordeel over zijn uiterlijk (wat hij zelf uiteraard niet leuk vond) kon hij veel werk doen voor het verzet in Friesland. Tot er een prijs op zijn hoofd gezet werd en zelfs zijn ouders met de andere kinderen moesten onderduiken.
Harm vlucht verkleed als vrouw naar de provincie Utrecht, waar hij al snel ook weer meedoet met het verzetswerk.
De auteur laat een realistisch beeld zien. De oorlog wordt niet verheerlijkt, maar angst, onzekerheid, de druk om steeds maar weer geheimen te bewaren, slapeloosheid, stress, omgeven de jonge Harm. Ook onervarenheid: toch geheimen delen met zijn vriendin blijkt onwerkbaar en levensgevaarlijk, zodat ook die vriendschap niet blijvend kan zijn.
Gelukkig overleeft Harm de oorlog al rouwt hij om een goede vriendin die gedood wordt. De auteur laat zien dat christenen en communisten in oorlogstijd nauw konden samenwerken, zonder onenigheid over hun verschillende achtergrond. En dat verzetswerk in oorlogstijd onmogelijk was zonder vertrouwen in je medestanders, met wie je samen werkte.
Mooi dat Janneke Wiegers dit waargebeurde verhaal van de Friese Roel Vis via dit boek heeft verteld op een prettig leesbare wijze. Ze vertelt in het nawoord dat Roel – door de angst en spanning uit zijn jeugd -op latere leeftijd nog geëmigreerd is naar Canada, om van zijn nachtmerries af te komen. Voor soldaten die nu uit oorlogsgebieden komen, zouden we dit een PTSS noemen.
Op het omslag een tekening van de trein die Roel vaak moest nemen voor zijn werk, een foto van Roel en een vervalst persoonsbewijs.
AP
Koop dit boek bij je plaatselijke (christelijke) boekhandel
of