Unterland

Unterland van Anne C. Voorhoeve maakt alle beloftes waar. Het ziet er niet alleen prachtig uit, het is ook prachtig. Hoofdpersoon is de 12-jarige Alice die het eiland Helgoland na een bombardement door de Britten moet achterlaten. Ze vlucht met haar familie naar Hamburg. Kan ze ooit weer terugkeren naar haar geliefde eiland Helgoland?

‘Unterland’ – dat net zo goed ‘Helgoland’ had kunnen heten – valt naadloos onder de Trümmerliteratur, zoals de  literatuur over de naoorlogse tijd in Duitsland heet. Literatuur over het ‘Stunde Null’, de periode waarin men in Duitsland met niets het land weer moest proberen op te bouwen. Het was de tijd van de denazificatie, van de Neurenburgse processen. De mensen waren berooid, woonden tussen de puinhopen, waren familieleden kwijt, waren arm, werkloos, ziek, eenzaam, hadden het koud en probeerden – hoe dan ook – te overleven. Duitsland is verdeeld in vier zones, een Amerikaanse, Franse, Russische en Britse zone. De familie van Alice komt in Hamburg terecht, dat in de Britse zone ligt. Dit is de achtergrond waarin ‘Unterland’ geschreven is.

Als Helgoland door bombardementen verwoest is, komt Alice met haar broer Henri, haar moeder, Mem, en haar oma, Ooti, terecht in het huis van de familie Kindler (inderdaad, van het bier). Vader, Foor, is er niet bij; hij moet dwangarbeid verrichten in België, via brieven houden ze contact met elkaar. De familie Kindler offert kamers in hun huis op voor mensen die niets meer hebben. Het levert pijnlijke taferelen op. Elke familie bewoont een kamer, moet met elkaar zien te dealen, de keuken en wc delen, elkaars ‘gehorigheden’ aanhoren. Geen gemakkelijke opgave. ‘Iemand verantwoordelijk te kunnen houden voor de zurige hongergeur, die als een ongewassen jas aan ons hing, voor de kou, die beet tot op het bot, voor het gekrijs vanuit de keuken: ‘Dit is ons halfuur! Jullie zijn nog niet aan de beurt’.

Henry, Alice’ broer, is een stille jongen die van lezen en schrijven houdt. Hij weet zeker dat er een verrader onder de Helgolanders is geweest, waardoor hun eiland opgeblazen is. Hij bijt zich hierin vast, vastbesloten om er iets aan te doen. De zoektocht naar de verrader was een zaak tussen Henry en mij. ‘Dat is niet voldoende, ging Henry verder. Hij moet weten dat hij gaat sterven en waarom. Daar gaat het immers om, Alice’.

Alice is de hoofdpersoon in het verhaal, de persoon van waaruit het verhaal verteld wordt. Een dapper, nuchter 12-13-jarig meisje. Ze is door een bom haar linkeronderbeen kwijtgeraakt, waardoor ze met een prothese rondloopt. Het ongemak, het ontbreken van de juiste middelen, de honger en armoede waardoor er niet veel ‘pasbaars’ aan een sterk vermagerd been gedaan kan worden, wordt pijnlijk zichtbaar. Al zorgt Alice er zelf wel voor dat de meeste mensen niet weten wat er echt met haar been aan de hand is. ‘Het niet meer kunnen dragen van jurken heb ik nooit erg gevonden. Tegen de tijd dat ik uit het ziekenhuis kwam, was het herfst en ik kreeg het advies om broeken te dragen, omdat de stomp warm gehouden moest worden’.
‘Nora stelde me teleur. Ze liet me compleet in de steek. Het mag dan misschien een schok zijn om iemand onverwacht met een beenprothese te zien, waarover nooit ook maar iemand iets gezegd heeft….maar dat is toch geen reden om je hand voor je mond te slaan? 

Voor Alice verandert alles wanneer Wim Wollank met zijn moeder, die Alice de ‘vorstin’ noemt, een kamer in het huis gaan bewonen. Wim noemt zijn moeder ‘Lou’ naar de meelzak die ze draagt waarop ooit ‘flour’ stond.  ‘Dat was mijn eerste ontmoeting met Wim Wollank, aan het eind van de eerste winter van die koude, gevaarlijke tijd, die vrede genoemd werd’. Met Wim trekt Alice later veel op, het wordt haar vriend. Wims lijfspreuk, waarmee hij zichzelf constant weer moed insprak was ‘Wie Aussig overleefd heeft, kan alles’. Het was ‘zijn motto, waarin hij rotsvast leek te geloven’.

Mem vindt dat ze bevoorrecht zijn. Ze wonen in een onbeschadigd huis, hoewel half Hamburg in puin lag’, wij hadden de beschikking over een keuken en een wc. Onze matrassen lagen onder een stevig dak, terwijl velen van onze voormalige buren het moesten doen met tochtige barakken of kippenhokken. Wij waren bevoorrecht omdat we nog konden delen’.
Het in een huis wonen met andere door de oorlog getraumatiseerde bewoners is moeilijk en levert veel ruzies en onenigheden op. ‘Soms kon je dagenlang vergeten dat je samenwoonde met mensen, van wie je niets anders wist dan dat ook zij geheimen hadden’.

Alice zit op school in de klas bij meester Graber. Hij bedenkt de naam ‘Tok-tok’ voor haar, vanwege haar been. Graber weigert de naam van Alice en haar broer te zeggen, omdat het Engelse namen zijn. Henri noemt hij Heinrich. Als Alice meneer Graber ‘die kampen ….dat is nooit gebeurd’, hoort zeggen, vraagt ze hem ‘Waren er dan nog meer kampen, meneer Graber?’ Ik wist alleen van dat ene kamp op de Luneburger Heide’. Meneer Graber wordt woedend en prest Alice aan de hele klas meerdere malen hardop te zeggen ‘Die kampen zijn er nooit geweest’. Het is nooit gebeurd’. Hierna veracht Alice hem en ze is bang. ‘Want één ding was me duidelijk geworden door zijn optreden: de waarheid over ons moest nog veel erger zijn dan de volwassenen wilden toegeven’.

Samen met Wim gaat Alice onderhandelen op de zwarte markt. Van een oude Joodse man, meneer Goldstein, krijgen ze een soort startkapitaal in de vorm van een een hele slof Chesterfields. Door hun ruilhandel heeft de familie zo nu en dan toch iets te eten.  

Dankzij het contact met Henry met de Tommies, krijgt Mem werk in keuken bij de Britten. Ze mag er zelf ook eten, maar zelf niets mee naar huis nemen. Daar vindt ze iets op door elke dag een voorraadje in een ‘Tommie-zak’ weg te gooien en het door de kinderen op te laten hengelen. Helaas ziet een van de Engelse vrouwen dit, na verloop van tijd, waardoor het gezin weer honger heeft. Mem raakt – tot ontsteltenis van haar kinderen en Ooti – bevriend met een van de Tommies, Colin.
Op Henry’s verjaardag brengt Captain Sullavan boeken voor hem mee, die van de zolder komen van het huis waar de Tommies verblijven. Als de familie er iets van zegt, krijgen ze van hem lik op stuk ‘Toen de Duitsers Guernsey bezetten, zei hij bijtend, woonden ze in onze huizen, reden ze in onze auto’s en koetsen, dronken ze onze wijnkelders leeg en stookten ze onze bibliotheken op in de haard. En jij wilt nu zeggen dat deze boeken van iemand zijn?’

Wim Wollank krijgt contact met een man, meneer Helmand, die hij koppelt aan zijn moeder. Het verandert de sfeer in het huis, maar tegelijk heeft iedereen het gevoel dat er iets niet klopt met deze man. Het vreemde is dat Wim dit voor elkaar krijgt en het lijkt alsof zijn moeder er nog niet helemaal in meegaat en er blijkbaar nog erg aan moet wennen. Maar tegelijk wordt er wel gewerkt aan de voorbereidingen voor een bruiloft. Alice hoort van Wim in het geheim dat ze daarna direct zullen vertrekken naar ‘het zuiden’. Maar alles gaat anders, Henry en Alice ontdekken onverwachts iets ‘Blijkbaar zit het toch allemaal een beetje anders dan we dachten!’

Na zeven jaar in Hamburg mogen de Helgolanders eindelijk weer terug naar huis.

Unterland is een prachtig, steengoed geschreven boek, een echte Young-Adult roman. Alice en Henry zijn tieners/jongeren die door de omstandigheden gehard, hun mogelijkheden op hun eigen manier pakken, nuchter zijn, natuurlijk, rechtvaardig. Bij tijd en wijle zijn ze wijzer dan hun moeder. Ze moeten het zien te redden in een totaal berooide stad met een minimum aan mogelijkheden. Voorhoeve heeft opnieuw een prestatie geleverd met dit prachtige tijdsbeeld, met een diversiteit aan natuurlijke en herkenbare personages. Het is een groot plezier dit boek te lezen. Over deze periode zijn niet veel jongerenboeken, al is er natuurlijk ‘Winterijs’ van Peter van Gestel.

Kortom, aanrader! Dit boek zet je met liefde naast de andere ‘Voorhoeves’ van KokBoekencentrum.

AP

 

Koop dit boek in de plaatselijke boekhandel

of BESTEL ONLINE  (gebonden versie 19.99)

of koop het voordeelpakket, 2 paperbacks, ‘Lily Marlene’ & ‘Unterland’ voor 15,-  – BESTEL ONLINE

Boekgegevens

Titel:

Unterland

Jaar van uitgave:

2014
2014

Aantal pagina’s:

400
400

Uitgeverij:

KokBoekencentrum
KokBoekencentrum

Prijs:

20.99
20.99

Deel deze recensie

Follow Me On Instagram

Het Platform Christelijke Kinderboeken promoot het christelijke kinder- en jeugdboek en reikt ieder jaar de EigenWijsPrijs, Het Hoogste Woord en de #YAP uit.

Zoeken

Iets kwijt? Vind het hier ...

© 2023, Alle rechten voorbehouden.