Romy is een echt pubermeisje met alle perikelen die daarbij horen. Er komen nogal wat ‘rampen’ op haar pad. Zo wordt ze voor het eerst ongesteld, is ze verliefd, schaamt ze zich regelmatig voor haar ouders, wil ze dingen die niet mogen en loopt het op school en in vriendschappen niet altijd van een leien dakje. Uiteindelijk komen de meeste zaken vanzelf weer goed, maar voor het zover is, is er wel van alles gebeurd!

Vormgeving en illustraties
Het boek heeft een kleurrijke hardcover. Je ziet Romy in de weer met een stofzuiger. Er omheen staan kleine plaatjes van gebeurtenissen uit het boek. In het boek vind je niet echt illustraties. Aan de binnenkant van het kaft staat een leeg rampenplan dat je zelf in kunt invullen. In het boek staat regelmatig een stukje van het rampenplan van Romy met daarin de ‘rampen’ en de oplossingen.

Taalgebruik
Het taalgebruik is vlot en eigentijds. Je kunt merken dat de schrijfster goed op de hoogte is van de taal die pubers gebruiken. Het verhaal is in de ik-vorm geschreven.

Christelijke karakter
In het boek merk je weinig van het christelijk geloof. Er wordt 1x genoemd dat Romy op zondag ergens niet aan mee kan doen, omdat ze dan naar de kerk gaat. Het taalgebruik is respectvol.
Mogelijk zijn er lezers die er moeite mee hebben dat de buurmannen van Romy twee mannen zijn die samenwonen.

Doelgroep
Meiden uit groep 7, 8 tot en met klas 1,2 van het voortgezet onderwijs zullen veel herkennen in hoe Romy het een en ander beleeft.

Bijzonderheden
Dit boek is het 3^e deel in de serie Romy’s rampenplan. Deel 1 heeft als titel: Dit is het ergste jaar uit mijn leven en deel 2: Leuke jongens en andere ellende.

Leesbeleving en leesplezier
Het boek leest als een trein en zal zeker door de herkenning veel meiden aanspreken!

HS