Een historisch verhaal dat zich afspeelt in Kinderdijk, dat gebaseerd is op het verhaal over de St. Elizabethsvloed uit 1421 en het mandje met de baby die toen in het water dreven.
Beatrijs is de 10-jarige dochter van een molenaar uit Kinderdijk. Ze is gek op haar poes Moos en op het mandje waarin de kat altijd ligt. Dat mandje betekent veel voor haar.
Als ze op een dag op het huis en de molen moet passen, stormt het erg en breekt een van de wieken af. Beatrijs’ vader is erg boos, omdat hij nu duur hout moet kopen om de wieken te repareren. Beatrijs ziet op een dag dat haar vader met hout sleept en het ergens neer legt. Datzelfde hout wordt even later door haar beste vriend Dirk gevonden.
Maar het hout is gestolen. Dirk krijgt de schuld van de diefstal en belandt in de gevangenis. In Beatrijs woedt een strijd. Zij weet hoe het hout daar komt en dat Dirk onschuldig gevangen zit. Wat moet ze doen? Ze is boos omdat over Dirk gezwegen wordt. Ze is ongerust over hem, alleen in de gevangenis. En ze loopt weg. Naar Dirk.
Met Dirk ontsnapt Beatrijs. Na natte, koude rondzwervingen belanden ze in Dordrecht bij de timmerman, de eigenaar van het hout. Als Beatrijs door de timmerman wordt thuisgebracht, komt er een lang bewaard geheim boven tafel over haarzelf en het mandje van Moos. Wat was er gebeurd?
Je mandje is zo net een bootje, Moos! Varen, varen, ga je mee varen’, zong ze zachtjes. Maar Moos sprong miauwend uit de mand. ‘Toe nou beestje, de golven zijn niet hoog, het gaat toch niet stormen?’
Een spannend fictief verhaal, met veel verborgen symboliek, gebaseerd op het historische gegeven van de baby die tijdens de St. Elizabethsvloed gered werd omdat het in een mandje dreef met een poes. Arna van Deelen verzon hoe het verder gegaan zou kunnen zijn met deze baby en schreef er een moreel dilemma bij.
Een verhaal als dit laat de geschiedenis voor je leven. Zo zou het geweest kunnen zijn. Het laat ook zien hoe afhankelijk ons land 600 jaar geleden was, zonder sterke dijken, zonder Deltaplan, met het gevaar van het vele water om ons heen. En ook hoe je zomaar je geld kwijt kon zijn, als er een ongeluk gebeurde.
Geschikt om zelf te lezen voor kinderen vanaf groep 6.
AP