Het jaar 1437: de 15-jarige Boudin is klein van stuk en is gebocheld. Hij helpt zijn ouders in hun herberg. Op een dag gaat hij naar zijn opa in Brugge en ontmoet daar Monnom, een joodse goochelaar. Ook maakt hij daar kennis met Therion, een magiër en diens knecht Lowis. Om te voorkomen dat Boudin als knecht met hen mee moet, leert hij van Monnom goochelen en boogschieten. Als Therion inmiddels de baas is van de herberg, krijgt Boudin van hem de opdracht om nar te worden bij het hof van hertog Filips de Goede. Zo komt Boudin in allerlei gevaarlijke situaties terecht, ontdekt hij de kwaadaardige bedoelingen van de magiër maar ook wie Therion en Lowis eigenlijk zijn.

Vormgeving en illustraties
De kleurrijke en aansprekende omslagillustratie van deze hardcover uitgave toont een scene uit het verhaal. Het boek bevat daarnaast enkele paginagrote, vrij donkere, zwartwit illustraties die wel goed de sfeer van het verhaal weergeven. Het boek bevat 21 getitelde hoofdstukken, is gedrukt met een kleine letter en heeft volle pagina’s.

Taalgebruik
Het verhaal leest vlot en is in een soepele stijl geschreven. Het taalgebruik is goed afgestemd op de periode waarin het verhaal zich afspeelt en bevat dus wel veel woorden uit die tijd zoals schout, voerman, waard, hangeman.

Christelijke karakter
Het christelijk element is niet nadrukkelijk aanwezig maar blijkt wel uit de woorden van de franciscaner pater Brugman. Ook wordt meerdere keren de macht van de magiër teniet gedaan als hij wordt geconfronteerd met Gods woord.

Doelgroep
Voor jongeren vanaf ca. 12 jaar met interesse in avontuurlijke verhalen die zich afspelen in de Middeleeuwen.

Bijzonderheden
Oorspronkelijk uitgegeven in 2003 bij een andere uitgever en met een andere omslagillustratie. Het boek bevat een nawoord van de auteur.

Leesbeleving en leesplezier
Historische personen en feiten, gecombineerd met het vertelvermogen van de auteur, maken dit geheel tot een vlot lezend, avontuurlijk en spannend verhaal.

EvdG