Boaz wil politieagent worden en dieven vangen en maakt lijstjes van alles waar hij op moet letten. Ook doet hij onder koffer onderzoek, waarbij een krant een onmisbaar onderdeel is. Dan komt hij Keet tegen. AVI M5/E5.
Inhoud: Boaz heeft een stoere oom Bart, die politieagent is. En net als zijn (vrijgezelle) oom wil Boaz later ook zo groot, sterk en stoer worden. Helaas is hij dat nu nog niet. Boaz is nu vooral bezig als ‘onder koffer agent’, al vindt hij dat maar een raar woord. Wat had een koffer nou met politiewerk te maken? Als onder koffer agent gluurt hij achter zijn krant-met-gaten naar dieven en andere dingen die niet mogen.
Dan is er Keet. Ze zoekt een vriend en vindt Boaz. Ze komt ook bij hem in de klas. Maar Boaz vindt haar (soms) maar gek. Hij is druk met de fiets die verdwenen is, een kat die kwijt is, een verdwenen tuinkabouter. Wie heeft die gestolen? En hij zoekt een jongen van een jaar of tien, die door een zwerver op een bankje is gesignaleerd. Wie is het en waar?
Keet en Boaz hebben een knipperlichtvriendschap. Ja – nee – ja. En net op het moment dat ze elkaar hun geheimen vertellen, haakt Boaz af. Hij is geschrokken. Keet is boos.
Wat erg leuk aan dit boekje is dat het over een moreel dilemma gaat. Stelen mag niet. Maar mag stelen wel als je er iemand anders mee helpt? Als je steelt van iemand, die toch wel genoeg heeft.’En als je doodgaat van de honger’, (…), mag je dan ook geen eten pakken van iemand die heel veel heeft?’ Of doodgaat van de kou? Mag je dan geen deken of jas pakken van iemand die er tien heeft’? Dankzij de spreekbeurt van Boaz, die hij samen met zijn oom Bart houdt, denkt de hele klas erover na. En Keet en Boaz, zijn ze vrienden?
Taalgebruik: Het boek is vlot leesbaar en bevat leuke humor. Wel jammer – ik moet het toch noemen – is het Bargoens taalgebruik van oom Bart, met woorden als ‘sodeknetter'(meerdere malen) en ojee. Dat kan lezers afschrikken, al laat de auteur het wel duidelijk horen bij het taalgebruik van oom Bart.
Illustraties: De illustraties van Hester van de Grift zijn grappig, speels en passen perfect bij het verhaal.
Uitvoering: Het boek is uitgegeven in de serie-versie van de Leesladder-serie van Kwintessens. Een stevig boek, met witte bladzijden. Omdat het boek bedoeld is voor de middenbouw basisschool heeft het een groot schreefloos lettertype. Jammer is dat er weinig ruimte links en rechts van de tekst is, zodat de bladzijde erg vol is. Daarnaast had er nog vaker gebruik gemaakt mogen worden van tekstblokken, om ‘lappen tekst’ te vermijden.
Doelgroep: Vanwege het onderwerp in combinatie met de de uitvoering is dit boek vooral geschikt voor jongens/meisjes uit groep vijf en de betere lezers uit groep vier. Vanwege het onderwerp en het beschreven dilemma is het heel geschikt om in de klas – ook met oudere kinderen uit groep 6-8 – over door te praten.
AP
Koop dit boek bij de plaatselijke boekhandel